Aerts verdedigde in Hamme zijn riante voorsprong in het algemeen klassement. Dat deed hij met verve, want al in de eerste ronde stoof Aerts ervandoor. Van Kessel was de enige die hem leek te kunnen bijbenen, maar ook hij kon het verschroeiende tempo niet volgen. Aerts werkte het eerste rondje als snelste af en pakte de volle buit bij de bonusseconden. Van Kessel pakte tien seconden, Iserbyt graaide vijf seconden mee.
Ook met de bonusseconden op zak liet Aerts zijn motor niet stilvallen. De leider in de X²O Badkamers Trofee hield de pedalen stevig draaiende en bouwde zijn voorsprong op de concurrentie verder uit. Die concurrentie werd eerst geleid door Van Kessel, maar nadien nam Sweeck het commando over. Het sluipende gevaar kwam echter van verder achterop, want ook Pidcock meldde zich opnieuw vooraan na een slechte start.
De Brit manoeuvreerde zich naar de tweede plaats en maakte van Aerts zijn volgende target. De koploper werd al snel bij zijn nekvel gegrepen en moest de leidersplaats aan Pidcock laten. Door de flair en het tempo van Pidcock leek iedereen te denken dat hij naar de overwinning zou fietsen, maar een ronde later kende de Brit een enorme terugval. Daardoor werd de kopgroep opnieuw bevolkt door Aerts, Sweeck, Pidcock en een aanklampende Iserbyt.
Het kwartet vatte de laatste ronde aan, waarbij Pidcock het gaspedaal opnieuw begon in te drukken. Hij gaf echter iets te stevig gas, want in een onschuldige bocht gleed de Brit onderuit. Aerts en Sweeck konden hem net ontwijken en trokken meteen door. Iserbyt probeerde ook nog te volgen, maar zijn tank leek leeg. Met z’n tweeën gingen ze uiteindelijk richting de streep. Sweeck zette de sprint als eerste aan en kon Aerts op het nippertje afhouden voor de zege. Met één wiellengte voorsprong kroonde Sweeck zich tot winnaar van de Flandriencross. Aerts finishte nipt tweede, Iserbyt was derde.